Lidwoord voor zondvloed
1
de zondvloed m
aanwijzend voornaamwoord
deze zondvloed, die zondvloed
dichtbij deze zondvloed
verder weg die zondvloed
betrekkelijk voornaamwoord
de zondvloed die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zondvloed
onbepaald voornaamwoord
elke zondvloed
buigings-e
de grote zondvloed, een grote zondvloed