Lidwoord voor zoom
1
de zoom m
kant, rand
aanwijzend voornaamwoord
deze zoom, die zoom
dichtbij deze zoom
verder weg die zoom
betrekkelijk voornaamwoord
de zoom die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zoom
onbepaald voornaamwoord
elke zoom
buigings-e
de grote zoom, een grote zoom
2
de zoom m
factor, mogelijkheid
aanwijzend voornaamwoord
deze zoom, die zoom
dichtbij deze zoom
verder weg die zoom
betrekkelijk voornaamwoord
de zoom die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zoom
onbepaald voornaamwoord
elke zoom
buigings-e
de grote zoom, een grote zoom