Lidwoord voor zuring
1
de zuring v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze zuring, die zuring
dichtbij deze zuring
verder weg die zuring
betrekkelijk voornaamwoord
de zuring die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zuring
onbepaald voornaamwoord
elke zuring
buigings-e
de grote zuring, een grote zuring