Lidwoord voor zuurstofgebrek
1
het zuurstofgebrek o
aanwijzend voornaamwoord
dit zuurstofgebrek, dat zuurstofgebrek
dichtbij dit zuurstofgebrek
verder weg dat zuurstofgebrek
betrekkelijk voornaamwoord
het zuurstofgebrek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zuurstofgebrek
onbepaald voornaamwoord
elk zuurstofgebrek
buigings-e
het grote zuurstofgebrek, een groot zuurstofgebrek