Lidwoord voor zwangerschapsafbreking
1
de zwangerschapsafbreking v
aanwijzend voornaamwoord
deze zwangerschapsafbreking, die zwangerschapsafbreking
dichtbij deze zwangerschapsafbreking
verder weg die zwangerschapsafbreking
betrekkelijk voornaamwoord
de zwangerschapsafbreking die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zwangerschapsafbreking
onbepaald voornaamwoord
elke zwangerschapsafbreking
buigings-e
de grote zwangerschapsafbreking, een grote zwangerschapsafbreking