Lidwoord voor Afrikaans
1
het Afrikaans o
aanwijzend voornaamwoord
dit Afrikaans, dat Afrikaans
dichtbij dit Afrikaans
verder weg dat Afrikaans
betrekkelijk voornaamwoord
het Afrikaans dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Afrikaans
onbepaald voornaamwoord
elk Afrikaans
buigings-e
het grote Afrikaans, een groot Afrikaans