Lidwoord voor Amerikaans
1
het Amerikaans o
aanwijzend voornaamwoord
dit Amerikaans, dat Amerikaans
dichtbij dit Amerikaans
verder weg dat Amerikaans
betrekkelijk voornaamwoord
het Amerikaans dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Amerikaans
onbepaald voornaamwoord
elk Amerikaans
buigings-e
het grote Amerikaans, een groot Amerikaans