Lidwoord voor BPA
1
het BPA o
aanwijzend voornaamwoord
dit BPA, dat BPA
dichtbij dit BPA
verder weg dat BPA
betrekkelijk voornaamwoord
het BPA dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun BPA
onbepaald voornaamwoord
elk BPA
buigings-e
het grote BPA, een groot BPA