Lidwoord voor Bijbelverhaal
1
het Bijbelverhaal o
aanwijzend voornaamwoord
dit Bijbelverhaal, dat Bijbelverhaal
dichtbij dit Bijbelverhaal
verder weg dat Bijbelverhaal
betrekkelijk voornaamwoord
het Bijbelverhaal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Bijbelverhaal
onbepaald voornaamwoord
elk Bijbelverhaal
buigings-e
het grote Bijbelverhaal, een groot Bijbelverhaal