Lidwoord voor bos
1
de bos m
bundel
aanwijzend voornaamwoord
deze bos, die bos
dichtbij deze bos
verder weg die bos
betrekkelijk voornaamwoord
de bos die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bos
onbepaald voornaamwoord
elke bos
buigings-e
de grote bos, een grote bos
2
het bos o
terrein
aanwijzend voornaamwoord
dit bos, dat bos
dichtbij dit bos
verder weg dat bos
betrekkelijk voornaamwoord
het bos dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun bos
onbepaald voornaamwoord
elk bos
buigings-e
het grote bos, een groot bos