Lidwoord voor CD
1
het CD o
aanwijzend voornaamwoord
dit CD, dat CD
dichtbij dit CD
verder weg dat CD
betrekkelijk voornaamwoord
het CD dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun CD
onbepaald voornaamwoord
elk CD
buigings-e
het grote CD, een groot CD