Lidwoord voor cellulose
1
de cellulose v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze cellulose, die cellulose
dichtbij deze cellulose
verder weg die cellulose
betrekkelijk voornaamwoord
de cellulose die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun cellulose
onbepaald voornaamwoord
elke cellulose
buigings-e
de grote cellulose, een grote cellulose