Lidwoord voor labo
1
het labo o
aanwijzend voornaamwoord
dit labo, dat labo
dichtbij dit labo
verder weg dat labo
betrekkelijk voornaamwoord
het labo dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun labo
onbepaald voornaamwoord
elk labo
buigings-e
het grote labo, een groot labo