Lidwoord voor DAX
1
de DAX m
aanwijzend voornaamwoord
deze DAX, die DAX
dichtbij deze DAX
verder weg die DAX
betrekkelijk voornaamwoord
de DAX die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun DAX
onbepaald voornaamwoord
elke DAX
buigings-e
de grote DAX, een grote DAX