Lidwoord voor denkwerk
1
het denkwerk o
aanwijzend voornaamwoord
dit denkwerk, dat denkwerk
dichtbij dit denkwerk
verder weg dat denkwerk
betrekkelijk voornaamwoord
het denkwerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun denkwerk
onbepaald voornaamwoord
elk denkwerk
buigings-e
het grote denkwerk, een groot denkwerk