Lidwoord voor netwerk

1

het netwerk o

aanwijzend voornaamwoord
dit netwerk, dat netwerk

dichtbij dit netwerk

verder weg dat netwerk

betrekkelijk voornaamwoord
het netwerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun netwerk
onbepaald voornaamwoord
elk netwerk
buigings-e
het grote netwerk, een groot netwerk

Woorden die lijken op netwerk