Lidwoord voor Faeröer

1

de Faeröer meervoud

aanwijzend voornaamwoord
deze Faeröer, die Faeröer

dichtbij deze Faeröer

verder weg die Faeröer

betrekkelijk voornaamwoord
de Faeröer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun Faeröer
onbepaald voornaamwoord
elke Faeröer
buigings-e
de grote Faeröer, een grote Faeröer