Lidwoord voor Halloween
1
het Halloween o
aanwijzend voornaamwoord
dit Halloween, dat Halloween
dichtbij dit Halloween
verder weg dat Halloween
betrekkelijk voornaamwoord
het Halloween dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Halloween
onbepaald voornaamwoord
elk Halloween
buigings-e
het grote Halloween, een groot Halloween