Lidwoord voor Hanze
1
de Hanze v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze Hanze, die Hanze
dichtbij deze Hanze
verder weg die Hanze
betrekkelijk voornaamwoord
de Hanze die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun Hanze
onbepaald voornaamwoord
elke Hanze
buigings-e
de grote Hanze, een grote Hanze