Lidwoord voor kracht
1
de kracht v(m)
oorzaak, vermogen, werking
aanwijzend voornaamwoord
deze kracht, die kracht
dichtbij deze kracht
verder weg die kracht
betrekkelijk voornaamwoord
de kracht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kracht
onbepaald voornaamwoord
elke kracht
buigings-e
de grote kracht, een grote kracht
2
de kracht m/v
werknemer
aanwijzend voornaamwoord
deze kracht, die kracht
dichtbij deze kracht
verder weg die kracht
betrekkelijk voornaamwoord
de kracht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kracht
onbepaald voornaamwoord
elke kracht
buigings-e
de grote kracht, een grote kracht