Lidwoord voor stookolie
1
de stookolie v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze stookolie, die stookolie
dichtbij deze stookolie
verder weg die stookolie
betrekkelijk voornaamwoord
de stookolie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun stookolie
onbepaald voornaamwoord
elke stookolie
buigings-e
de grote stookolie, een grote stookolie