Lidwoord voor römertopf

1

de römertopf v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze römertopf, die römertopf

dichtbij deze römertopf

verder weg die römertopf

betrekkelijk voornaamwoord
de römertopf die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun römertopf
onbepaald voornaamwoord
elke römertopf
buigings-e
de grote römertopf, een grote römertopf