Lidwoord voor mensenkind
1
het mensenkind o
aanwijzend voornaamwoord
dit mensenkind, dat mensenkind
dichtbij dit mensenkind
verder weg dat mensenkind
betrekkelijk voornaamwoord
het mensenkind dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun mensenkind
onbepaald voornaamwoord
elk mensenkind
buigings-e
het grote mensenkind, een groot mensenkind