Lidwoord voor omarming
1
de omarming v
aanwijzend voornaamwoord
deze omarming, die omarming
dichtbij deze omarming
verder weg die omarming
betrekkelijk voornaamwoord
de omarming die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun omarming
onbepaald voornaamwoord
elke omarming
buigings-e
de grote omarming, een grote omarming