Lidwoord voor protest
1
het protest o
aanwijzend voornaamwoord
dit protest, dat protest
dichtbij dit protest
verder weg dat protest
betrekkelijk voornaamwoord
het protest dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun protest
onbepaald voornaamwoord
elk protest
buigings-e
het grote protest, een groot protest