Lidwoord voor Surinaams

1

het Surinaams o

aanwijzend voornaamwoord
dit Surinaams, dat Surinaams

dichtbij dit Surinaams

verder weg dat Surinaams

betrekkelijk voornaamwoord
het Surinaams dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Surinaams
onbepaald voornaamwoord
elk Surinaams
buigings-e
het grote Surinaams, een groot Surinaams

Woorden die lijken op Surinaams