Lidwoord voor WLAN
1
het WLAN o
aanwijzend voornaamwoord
dit WLAN, dat WLAN
dichtbij dit WLAN
verder weg dat WLAN
betrekkelijk voornaamwoord
het WLAN dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun WLAN
onbepaald voornaamwoord
elk WLAN
buigings-e
het grote WLAN, een groot WLAN