Lidwoord voor wee
1
het wee o
verdriet
aanwijzend voornaamwoord
dit wee, dat wee
dichtbij dit wee
verder weg dat wee
betrekkelijk voornaamwoord
het wee dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wee
onbepaald voornaamwoord
elk wee
buigings-e
het grote wee, een groot wee
2
de wee v(m)
kramp
aanwijzend voornaamwoord
deze wee, die wee
dichtbij deze wee
verder weg die wee
betrekkelijk voornaamwoord
de wee die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wee
onbepaald voornaamwoord
elke wee
buigings-e
de grote wee, een grote wee