Lidwoord voor aanbidding
1
de aanbidding v
aanwijzend voornaamwoord
deze aanbidding, die aanbidding
dichtbij deze aanbidding
verder weg die aanbidding
betrekkelijk voornaamwoord
de aanbidding die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun aanbidding
onbepaald voornaamwoord
elke aanbidding
buigings-e
de grote aanbidding, een grote aanbidding