Lidwoord voor aanpassingsvermogen
1
het aanpassingsvermogen o
aanwijzend voornaamwoord
dit aanpassingsvermogen, dat aanpassingsvermogen
dichtbij dit aanpassingsvermogen
verder weg dat aanpassingsvermogen
betrekkelijk voornaamwoord
het aanpassingsvermogen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun aanpassingsvermogen
onbepaald voornaamwoord
elk aanpassingsvermogen
buigings-e
het grote aanpassingsvermogen, een groot aanpassingsvermogen