Lidwoord voor scheppingsvermogen
1
het scheppingsvermogen o
aanwijzend voornaamwoord
dit scheppingsvermogen, dat scheppingsvermogen
dichtbij dit scheppingsvermogen
verder weg dat scheppingsvermogen
betrekkelijk voornaamwoord
het scheppingsvermogen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun scheppingsvermogen
onbepaald voornaamwoord
elk scheppingsvermogen
buigings-e
het grote scheppingsvermogen, een groot scheppingsvermogen