Lidwoord voor uithoudingsvermogen
1
het uithoudingsvermogen o
aanwijzend voornaamwoord
dit uithoudingsvermogen, dat uithoudingsvermogen
dichtbij dit uithoudingsvermogen
verder weg dat uithoudingsvermogen
betrekkelijk voornaamwoord
het uithoudingsvermogen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun uithoudingsvermogen
onbepaald voornaamwoord
elk uithoudingsvermogen
buigings-e
het grote uithoudingsvermogen, een groot uithoudingsvermogen