Lidwoord voor aardschok
1
de aardschok m
aanwijzend voornaamwoord
deze aardschok, die aardschok
dichtbij deze aardschok
verder weg die aardschok
betrekkelijk voornaamwoord
de aardschok die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun aardschok
onbepaald voornaamwoord
elke aardschok
buigings-e
de grote aardschok, een grote aardschok