Lidwoord voor advies
1
het advies o
aanwijzend voornaamwoord
dit advies, dat advies
dichtbij dit advies
verder weg dat advies
betrekkelijk voornaamwoord
het advies dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun advies
onbepaald voornaamwoord
elk advies
buigings-e
het grote advies, een groot advies