Lidwoord voor alarmnummer
1
het alarmnummer o
aanwijzend voornaamwoord
dit alarmnummer, dat alarmnummer
dichtbij dit alarmnummer
verder weg dat alarmnummer
betrekkelijk voornaamwoord
het alarmnummer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun alarmnummer
onbepaald voornaamwoord
elk alarmnummer
buigings-e
het grote alarmnummer, een groot alarmnummer