Lidwoord voor antigifcentrum
1
het antigifcentrum o
aanwijzend voornaamwoord
dit antigifcentrum, dat antigifcentrum
dichtbij dit antigifcentrum
verder weg dat antigifcentrum
betrekkelijk voornaamwoord
het antigifcentrum dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun antigifcentrum
onbepaald voornaamwoord
elk antigifcentrum
buigings-e
het grote antigifcentrum, een groot antigifcentrum