Lidwoord voor crisiscentrum
1
het crisiscentrum o
aanwijzend voornaamwoord
dit crisiscentrum, dat crisiscentrum
dichtbij dit crisiscentrum
verder weg dat crisiscentrum
betrekkelijk voornaamwoord
het crisiscentrum dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun crisiscentrum
onbepaald voornaamwoord
elk crisiscentrum
buigings-e
het grote crisiscentrum, een groot crisiscentrum