Lidwoord voor apologetiek
1
de apologetiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze apologetiek, die apologetiek
dichtbij deze apologetiek
verder weg die apologetiek
betrekkelijk voornaamwoord
de apologetiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun apologetiek
onbepaald voornaamwoord
elke apologetiek
buigings-e
de grote apologetiek, een grote apologetiek