Lidwoord voor après-ski
1
de/het après-ski m+o
aanwijzend voornaamwoord
deze après-ski, die après-ski
dichtbij deze après-ski
verder weg die après-ski
betrekkelijk voornaamwoord
de après-ski die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun après-ski
onbepaald voornaamwoord
elke après-ski
buigings-e
de grote après-ski, een grote après-ski
aanwijzend voornaamwoord
dit après-ski, dat après-ski
dichtbij dit après-ski
verder weg dat après-ski
betrekkelijk voornaamwoord
het après-ski dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun après-ski
onbepaald voornaamwoord
elk après-ski
buigings-e
het grote après-ski, een groot après-ski