Lidwoord voor aprilgrap

1

de aprilgrap v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze aprilgrap, die aprilgrap

dichtbij deze aprilgrap

verder weg die aprilgrap

betrekkelijk voornaamwoord
de aprilgrap die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun aprilgrap
onbepaald voornaamwoord
elke aprilgrap
buigings-e
de grote aprilgrap, een grote aprilgrap

Woorden die lijken op aprilgrap