Lidwoord voor bacchanaal
1
het bacchanaal o
aanwijzend voornaamwoord
dit bacchanaal, dat bacchanaal
dichtbij dit bacchanaal
verder weg dat bacchanaal
betrekkelijk voornaamwoord
het bacchanaal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun bacchanaal
onbepaald voornaamwoord
elk bacchanaal
buigings-e
het grote bacchanaal, een groot bacchanaal