Lidwoord voor bankrelatie
1
de bankrelatie v
aanwijzend voornaamwoord
deze bankrelatie, die bankrelatie
dichtbij deze bankrelatie
verder weg die bankrelatie
betrekkelijk voornaamwoord
de bankrelatie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bankrelatie
onbepaald voornaamwoord
elke bankrelatie
buigings-e
de grote bankrelatie, een grote bankrelatie