Lidwoord voor berggeit
1
de berggeit v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze berggeit, die berggeit
dichtbij deze berggeit
verder weg die berggeit
betrekkelijk voornaamwoord
de berggeit die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun berggeit
onbepaald voornaamwoord
elke berggeit
buigings-e
de grote berggeit, een grote berggeit