Lidwoord voor beroepsziekte
1
de beroepsziekte v
aanwijzend voornaamwoord
deze beroepsziekte, die beroepsziekte
dichtbij deze beroepsziekte
verder weg die beroepsziekte
betrekkelijk voornaamwoord
de beroepsziekte die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun beroepsziekte
onbepaald voornaamwoord
elke beroepsziekte
buigings-e
de grote beroepsziekte, een grote beroepsziekte