Lidwoord voor blits
1
de blits m
aanwijzend voornaamwoord
deze blits, die blits
dichtbij deze blits
verder weg die blits
betrekkelijk voornaamwoord
de blits die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun blits
onbepaald voornaamwoord
elke blits
buigings-e
de grote blits, een grote blits