Lidwoord voor bloeddruk
1
de bloeddruk m
aanwijzend voornaamwoord
deze bloeddruk, die bloeddruk
dichtbij deze bloeddruk
verder weg die bloeddruk
betrekkelijk voornaamwoord
de bloeddruk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bloeddruk
onbepaald voornaamwoord
elke bloeddruk
buigings-e
de grote bloeddruk, een grote bloeddruk