Lidwoord voor bomalarm
1
het bomalarm o
aanwijzend voornaamwoord
dit bomalarm, dat bomalarm
dichtbij dit bomalarm
verder weg dat bomalarm
betrekkelijk voornaamwoord
het bomalarm dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun bomalarm
onbepaald voornaamwoord
elk bomalarm
buigings-e
het grote bomalarm, een groot bomalarm