Lidwoord voor breedband
1
de breedband m
aanwijzend voornaamwoord
deze breedband, die breedband
dichtbij deze breedband
verder weg die breedband
betrekkelijk voornaamwoord
de breedband die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun breedband
onbepaald voornaamwoord
elke breedband
buigings-e
de grote breedband, een grote breedband