Lidwoord voor brons
1
het brons o
aanwijzend voornaamwoord
dit brons, dat brons
dichtbij dit brons
verder weg dat brons
betrekkelijk voornaamwoord
het brons dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun brons
onbepaald voornaamwoord
elk brons
buigings-e
het grote brons, een groot brons