Lidwoord voor dagtocht

1

de dagtocht m

aanwijzend voornaamwoord
deze dagtocht, die dagtocht

dichtbij deze dagtocht

verder weg die dagtocht

betrekkelijk voornaamwoord
de dagtocht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun dagtocht
onbepaald voornaamwoord
elke dagtocht
buigings-e
de grote dagtocht, een grote dagtocht

Woorden die lijken op dagtocht